Push patroon
Eén van de Koppeltaal functionaliteiten is het versturen van gegevens van een applicatieinstantie naar de FHIR store, dit is een push interactie. Een push interactie wordt gekarakteriseerd doordat de applicatieinstantie zelfstandig het sturen van de gegevens initieert. In Koppeltaal worden push interacties gerealiseerd via een FHIR RESTful API, voor meer informatie zie TOP-KT-002.
Onderstaand tabel en interactiemodel beschrijft het push-patroon.
| Patroon naam | Push | 
|---|---|
| Systemen | Applicatieinstantie, FHIR store | 
| Voorwaarde | De applicatieinstantie is geautoriseerd om de data push te initiëren bij de FHIR store. | 
| Trigger | Geïnitieerd door de applicatieinstantie. | 
| Resultaat | De applicatieinstantie heeft gegevens succesvol verzonden naar de FHIR store en alle relevante events zijn gelogd door het verantwoordelijke systeem. | 
| Gerelateerde use cases | KT.UC.001 - Registreren digitale interventie(s) KT.UC.002 - Registreren abonnement(en) KT.UC.003 - Registreren administratieve gegevens KT.UC.004a - Toewijzen digitale interventie | 
| # | Actie | Omschrijving | 
|---|---|---|
| 1 | Verstuur data | De applicatieinstantie stuurt gegevens naar de FHIR store. Dit is een call naar een /<resources> endpoint. Het is een POST call wanneer nieuwe gegevens worden verzonden, of een PUT call wanneer bestaande gegevens worden bijgewerkt. | 
| 2 | Ontvangst bevestiging | De FHIR store stuurt een ontvangst bevestiging naar de applicatie-instantie wanneer de gegevens goed zijn ontvangen of gewijzigd. Er wordt gebruik gemaakt van de standaard HTTP response codes. | 
Een data push is in de developer guide verder gespecificeerd.
