Interactie patronen
In de zorg(ondersteuning) systeem use cases van Koppeltaal worden (een of meerdere) generieke interactie patronen toegepast om de functionaliteit van de use case mogelijk te maken. Interactie patronen zijn generieke interacties die tussen applicaties en de Koppeltaal voorziening (FHIR store en autorisatieserver, zie architectuur van de koppeltaal voorziening voor meer informatie) plaats vinden om een specifiek doel te behalen. De patronen kunnen door diverse applicaties worden toegepast in diverse situaties om voor hun relevante use cases te kunnen uitvoeren, voor meer informatie zie het overzicht van use cases. Merk op, afhankelijk van de toepassing, kunnen meerdere patronen relevant zijn. Er zijn vier patronen geïdentificeerd: