IDP- Externe IdP Configuratie
Inleiding
In de koppeltaal 2 standaard is geïntroduceerd dat gebruikers (Cliënten, Naasten en Behandelaars) die gebruik maken van e-health modules via Koppeltaal en via deze modules persoonlijke data uitwisselen zich moeten authenticeren. Binnen koppeltaal wordt Authenticatie en Autorisatie gerealiseerd door de toepassing van Smart on FHIR Backend Services. De SMART on FHIR app launch kent een authenticatiestap waar de user agent geauthenticeerd moet worden. Hiervoor is een externe Identity Provider nodig. In TOP-KT-023 - Identity Provisioning wordt dit onderwerp in meer detail besproken.
De configuratie van de Identity Providers (IdP) functionaliteit binnen koppeltaalbeheer portaal geeft de mogelijkheid om Externe IdP configuraties binnen een koppeltaaldomein door de systeem- en domeinbeheerder aan te kunnen maken, aan te passen en in te zien zonder tussenkomst van het Koppeltaal Support Team. Voor alle rollen binnen het koppeltaalbeheer portaal (incl. applicatiebeheerders) welke configuraties zijn gemaakt voor eerder ingestelde IdP’s. Hiermee kan de domeinbeheerder binnen het koppeltaalbeheer portaal regie voeren over de IdP configuraties binnen zijn eigen domein.
In onderstaande pagina’s worden de externe IdP configuratie uitgewerkt en gespecificeerd:
- De wensen en eisen Eisen en aanbevelingen t.a.v. Externe IdP Configuratie in Koppeltaal Beheer 
- De werking van de IdP Schermen Beheerschermen Externe IdP Configuratie 
- De tabellen en api van de beheerschermen die benodigd zijn om externe IdP Configuratie mogelijk te maken. Technisch Detail Ontwerp Externe IdP Configuratie Koppeltaal