Skip to main content
Skip table of contents

Eisen en aanbevelingen t.a.v. Externe IdP Configuratie in Koppeltaal Beheer

Korte specificatie van de wens

Wie

Onderstaande rollen krijgen de bevoegdheid om een IdP configuratie aan te maken:

  • Systeembeheerder

  • Domeinbeheerder

Wat

Er is IdP configuratie nodig die de beheerders in een aantal stappen navigeert door de te configureren parameters om een IdP correct en gevalideerd in te richten.

Waarom

Op dit moment is voor de verschillende beheerdersrollen niet zichtbaar welke IdP configuraties zijn gemaakt voor een domein. Daarnaast zijn de configuraties ook niet te beheren, aan te passen of te deactiveren. Het is wenselijk uit oogpunt van eigen regie van de beheerders en om de beheerlast voor KT-support te verminderen, IdP’s te kunnen inrichten.

Door gebruik te maken van een aantal voor gedefinieerde stappen, is configuratie van de IdP`s binnen een domein, is er minder kans op foutconfiguratie.

 

Eisen voor externe IdP Configuratie in het koppeltaal beheer portaal.

#

Eis

001

IdP configuraties worden per domein geconfigureerd.

002

De gebruiker met de rol Systeembeheerder en Domeinbeheerder zijn bevoegd om in de aan deze gebruiker gekoppelde domein IdP configuraties te beheren (toe te voegen, te wijzigen, te deactiveren en te verwijderen).

003

Er dient per domein een overzicht beschikbaar te zijn van de geconfigureerde IdP’s, waarbij de status van elke configuratie (actief of inactief) zichtbaar is.

004

Per IdP configuratie moet op een detailscherm inzichtelijk zijn welke parameters per configuratie zijn ingesteld.

005

De IdP configuratie schermen moet in logische stappen de correcte configuratie afdwingen.

006

Per stap in de configuratie moet bij foutconfiguratie een relevante foutmelding worden getoond. In de technische oplossingsbeschrijving moeten worden aangegeven welke foutafhandeling moet plaatsvinden.

007

In het overzicht van de aangemaakte Identity Providers moet het mogelijk zijn om met behulp van een zoekfunctie te zoeken op 'naam' en 'status'.

008

De create, update & delete (geen read) acties op de IdP configuraties moeten worden geregistreerd in een Auditlog.

009

Elke IdP configuratie moet onder een unieke naam worden opgeslagen.

010

De IdP configuratie schermen ondersteunen zowel confidential alsook public IdP configuratie.

  • Confidential IdP: Deze IdP vereist dat een Client zich authenticeert en een client secret.

  • Public IdP: Deze IdP vereist geen Client en geen client secret.

011

Bij het invoeren van IdP Autorisatieregels moeten duidelijke foutafhandeling plaatsvinden zodat de foutmelding helder maakt wat er niet goed is aan de IdP Configuratie en/of betrokken Autorisatie Regel.

012

De rol applicatiebeheerder heeft een raadpleegbevoegheid voor IdP’s en Autorisatieregels binnen het domein waarin de applicatie actief is.

013

In de Autorisatie Regel Configuratie worden alleen de applicaties getoond met de status “actief” of “in onderhoud” binnen het betreffende domein.

 

JavaScript errors detected

Please note, these errors can depend on your browser setup.

If this problem persists, please contact our support.