KT.UC.005 - Openen digitale interventie
Inhoud
Use case
| Naam | Openen digitale interventie & Inzien resultaat digitale interventie | 
|---|---|
| ID | KT.UC.005 & KT.UC.005b | 
| Systemen | Portaal applicatie, Module applicatie, Autorisatie server, FHIR store (De portaal applicatie lanceert de module applicatie) | 
| Actor(en) | Cliënt, Naaste of Zorgverlener | 
| Voorwaarden | 
 | 
| Trigger | De cliënt, naaste of zorgverlener initieert de lancering (openen of inzien) van een digitale interventie vanuit haar portaal applicatie. | 
| Stakeholder-requirement | Als cliënt of haar zorgteam wil ik een digitale interventie kunnen launchen direct uit mijn portaal applicatie. | 
| Beschrijving in stappen | Er zijn twee mogelijke mechanisme voor het openen van een digitale interventie; HTI en SMART HTI On FHIR (SHOF). 
 Voor HTI flow: Wanneer geen medische en/of persoonsgegevens verwerkt wordt is de HTI flow voldoende en wordt er vertrouwd op de inhoud van het HTI token. 
 Voor SHOF flow: Wanneer medische en/of persoonsgegevens verwerkt worden is de SHOF flow noodzakelijk en worden additionele authenticatie controles uitgevoerd. 
 | 
| Uitzonderingen | 
 | 
| Gerelateerde patronen | n.v.t. | 
| Resultaat | De cliënt, naaste of zorgverlener heeft de module applicatie gelauncht vanuit haar portaal applicatie. Alle relevante events zijn gelogd door het verantwoordelijke systeem. | 

