AB.015 - Identifiers

FHIR geeft zelf identifiers uit. Dit zijn logische identifiers

Applicaties die FHIR resources aanmaken kennen resource instantie toe onder hun eigen business identifier(s)

Er wordt onderscheid gemaakt tussen:

1. (producer) applicaties die resources aanmaken en eventueel moeten voorkomen dat er dubbele resources ontstaan; deze applicaties maken hiervoor gebruik van de business identifier.

2. (consumer) applicaties die de resources gebruiken, deze moeten niet afhankelijk zijn van domein-specifieke identifiers.

Bij een creatie van een resource door de owner applicatie wordt altijd een business identifier door de owner applicatie meegegeven en opgeslagen in de resource.  Dit staat de applicatie toe te voorkomen dat dubbele resources worden aangemaakt. Dit geldt ook voor het scenario waar er twee bronnen van dezelfde resource zijn; deze systemen kunnen van de business identifiers gebruik maken om te voorkomen dat er dubbele resources ontstaan.

Applicaties die niet de resource aanmaken gebruiken bij voorkeur de logische identifier om de resource te herkennen.

Het BSN wordt in Koppeltaal 2.0 niet verplicht gebruikt als business identifier! ( Dit is een nieuw architectuur besluit)

Applicaties die niet de resource aanmaken mogen wel van de identifier en alle andere kenmerken van de resource gebruik maken om, op het moment dat de resource nieuw is, mogelijke bestaande resources in het eigen systeem te herkennen.